#08 Bachelor work
51° 58′ 47.60″N, 5° 54′ 40.69″E
Happyland Collective
Happyland Collective stond tussen 2010-2012 als onafhankelijk platform voor het ontdekken, creëren en realiseren van duurzame samenlevingscondities. Door middel van interactie gaf Happyland Collective belanghebbenden een positie in landschappelijke planvorming, hiermee vormde het collectief een professionele intermediair tussen openbare- en private partijen. In 2011 onderzocht Happyland Collective wat de invloed van de herijking van De Ecologische Hoofdstructuur is op de ruilgronden met als doel om de problematiek bij een breder publiek inzichtelijk te maken en om aandacht te creëren voor de actuele ontwikkelingen. Sinds de crisis komt de maadschappelijke taak van de overheid om natuur te onderhouden steeds meer onder druk te staan. De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) gaat op de schop en wordt herijkt. Dit heeft een grote impact op de natuurontwikkeling in Nederland en daar wordt momenteel dan ook veel onderzoek naar gedaan. De problematiek van de ruilgronden (ook wel ‘BBL Bezit Buiten Begrenzing EHS’ genoemd) lijkt hierbij echter onderbelicht te blijven.
Eilanden in het landschap
Het totale oppervlakte door de overheid aangekochte ruilgronden is circa 22.367 ha (Dienst Landelijk Gebied, Nulmeting op Kaart 2011). Relatief is dit meer dan twee keer het oppervlak van de Beemster (ca. 7.208 ha) of vijftien keer het Amsterdamse bos (ca. 935 ha) of een strook grond van 500 meter breed van utrecht naar parijs. Deze gronden liggen als eilandjes over heel Nederland verspreid, wat een zeer onpraktisch systeem oplevert. Alhoewel ruigronden veel gemeenschappelijke eigenschappen en overeenkomsten hebben zijn ze ook wisselend van karakter, afhankelijk van het landschap waarin ze liggen. Ruilgronden kunnen niet gemakkelijk als een soort gronden worden gecategoriseerd. Aan de hand van een fotoreportage heb ik getracht deze verschillen inzichtelijk te maken.
+51° 50′ 57.10″, +5° 33′ 48.15″
Meneer van der Meijden ontmoette ik tijdens een rondrit in het dorpje Nieuwaal. Hij staat met een riek te werken in zijn moestuin. Vanaf de weg vraag ik of ik hem even mag storen. Uit zijn stem versta ik een soort ja. Ik leg uit dat ik bezig ben met een project over verrommeling en vraag hem vervolgens wat er volgens hem in het landschap is veranderd en wat hij als verrommeling ziet.
“Verrommeling dat is hier in de uiterwaarden. Vroeger werd de uiterwaard nog gebruikt voor landbouw en goed onderhouden. Ik kreeg een boete als ik een distel op mijn land had staan, maar nu krijg ik een boete als ik er een uit de grond trek, en ligt die grond daar maar te verpieteren en dat wordt dan natuur genoemd.”
Het beeldessay uit de publicatie is tentoongesteld in het dijkhuis te Winssen. De tentoonstelling had niet het doel om een greep uit alle ‘sub’ varianten landschappelijke verrommeling te laten zien. De beelden laten landschapselementen zien die bij mij een tweestrijd of emotie opwekte. Bij elke foto heb ik de vraag gesteld of het element als verrijking van het landschap gezien kan worden of juist als verrommeling. Deze verschillen heb ik ook letterlijk aangeduid met ‘vs’ (versus) zodat het ook meer op een tweestrijd lijkt. Hiernaast heb ik in drie regels mijn emotie toegelicht. Hiermee is het me gelukt om de discussie over het begrip verrommeling bij de bezoekers, passant in het landschap, aan te zwengelen en een nieuw perspectief te geven op hun vervolgroute.
Economie vs Verrommeling
“Ik gingen naar Bommel om de brug te zien.” Ons platteland wordt gezien als prullenbak om alles wat als rommel gezien kan worden er in te gooien. Het idee om vies bij vies te gooien zorgt ervoor dat we soms oogkleppen op moeten zetten om nog wat moois te zien.
Architectuur vs Verrommeling
Als ik naar deze amfibische huizen aan de Gouden Ham kijk, krijg ik een trots gevoel van binnen. Prachtig toch, al die nieuwe woonvormen op en met ‘ons’ water? De keuze om hier een nieuwe identiteit en architectonisch karakter aan te geven bevalt me zeer.
Gewenning vs Verrommeling
Tegen de avond kom ik bij Wijchen een hoogspanningsmast tegen. Ik was er bijna voorbij gefietst zonder hem te zien. Ik bedenk dat je aan bepaalde rommel ook went en dat het bijna niet meer opvalt. We hebben blijkbaar geaccepteerd dat het collectieve belang groter is.
Idylle vs Verrommeling
Veel inwoners die geworteld zijn in een gebied spreken vaak over de ‘Import’ die de gebruiken van het platteland niet begrijpen. Het idyllische beeld van rust en ruimte dat deze import heeft, botst vaak koud op de 24uurs economie die er op dit platteland plaatsvindt.
Overmaat vs Verrommeling
Op de open komgrond van Maasbommel kom ik een loods tegen die zeker twee keer zo hoog is als het woonhuis. Ik moet lachen als ik de oude schuur achter het huis vergelijk met de kolossale nieuw gebouwde loods. Ik vraag me af wat hierbinnen plaatsvindt en of hier geen sprake is van overdimensionering?
Recreatie vs Verrommeling
De Loonse Waard is een zandwinplas aan de Maas. Er is veel rust, water en natuur. De ideale plek voor een vakantie. Maar ik zou hier het liefst zo snel mogelijk voorbij fietsen. Wanneer gaat de belevingswaarde van het collectief voor op de lokale verrommeling, vraag ik me af?
Verrommeling vs Verrommeling
Bij Niftrik kruist de A50 de Maas. Onze infrastructuur zorgt globaal voor goede bereikbaarheid maar lokaal belemmert het echter de toegankelijkheid voor inwoners. Het wordt gezien als verrommeling en heeft een magneetwerking op andere verrommeling.
Icoon vs Verrommeling
Over industriële objecten en terreinen zijn we het snel eens dat ze ‘vies’ zijn. Ver vanuit het omliggende landschap is de Nijmeegse toren van Electrabel te zien. In de loop der tijd heeft hij een bepaalde lading gekregen, het is een icoon en wordt hierdoor niet meer als vies gezien.
Cultuurhistorie vs Verrommeling
Vroeg in de ochtend fiets ik over de maasdijk. Grote populieren markeren de ligging van de maas en verdwijnen tot ver aan de horizon. Ik zou deze populieren wel willen vervangen door windmolens, als bakens van de nieuwe tijd en eveneens een cultuurlijks ingreep in het landschap?
Opgepoetst vs Verrommeling
Aan de Maas bij Batenburg kom ik twee kanonnen tegen die met hoogglans rood en geel beschilderde zijn. Ze duiden op een ruïne en de stadsrechten van het plaatsje. Ik vraag me af of dit poets en herstelwerk wel nodig is om dit plaatsje er ‘echt’ oud uit te laten zien?
Kunst vs Verrommeling
Mooi of lelijk? Alles kan aan de term verrommeling gehangen worden. Iedereen heeft zijn of haar eigen mening over mooi en lelijk. Als vergelijking kan ik zeggen dat de discussie over kunst net zo subjectief is als de discussie over het begrip verrommeling.
+52° 7′ 56.58″, +4° 46′ 17.09″
In 2009 heb ik een herinrichtingvoorstel gemaakt voor het voormalig kampeerterrein de Roerdomp te Nieuwkoop. Mijn ambitie was het omhoog halen van het waterpeil van de Nieuwkoopse plassen om antwoord te geven op sociaal maatschappelijk problemen zoals het inklinken van de veengebieden en het verbeteren van waterkwaliteit van de plassen. In de huidige situatie word er in de zomer vervuild (nutriëntrijk) water van de oude rijn in de Nieuwkoopse plassen gelaten. Dit zorgt ervoor dat de waterkwaliteit van de Nieuwkoopse plassen dusdanig slecht is dat er in de zomer veel algenontwikkeling plaatsvind en er niet gezwommen kan worden in het water. Doormiddel van het bergen en fluctueren van het waterpeil hoeft er geen vervuild water meer toegelaten te worden hiermee ben ik gaan ontwerpen.
In een deeluitwerking heb ik ingezoomd op de spitsen van de veenstroken. Belangrijk bij deze opdracht is de relatie met water en behoud van het groene karakter van de uiteinden van de oude veenstroken Ik werd tijdens mijn bezoek aan het gebied beïnvloed door de sterke wind en de verwoestende werking op de veenstroken. Hier wilde ik wat mee doen. Ik heb er voor gekozen om alle spitsen bloot te stellen aan de wind en het water. Met één spits wil ik de menselijke invloed op de structuur van de veengebieden benadrukken. Dit punt in het ontwerp zou goed kunnen fungeren als ontmoetingspunt. In de zomer, als de waterkwaliteit weer verbeterd is, kan hier gezwommen worden en in de winter zou het gebruikt kunnen worden als vertrekpunt voor schaatsroute.
+52° 21′ 41.80″, +4° 53′ 33.87″
De dubbele stadstuin is het gezamenlijke ontwerp voor twee aangrenzende grachtentuinen, aan de Noorderstraat en de Prinsengracht in Amsterdam in opdracht van de eigenaar E. Rasker. De huurdes van beide panden hebben ieder een eigen gebruik (invulling) van de tuin. In de huidige situatie heeft de tuin, voor de advocaten in het pand aan de prinsengracht, voornamelijk een kijkfunctie. De huurders van het pand aan de Noorderstaat maken echter meer gebruik van de tuin. In de huidige situatie bevind zich in de tuin een taxushaag als scheiding, die dicht op het pand van de noorderstraat staat. Deze groene scheiding zorgt ervoor dat de ruimte gezien vanuit de Noorderstraat optisch verkleint wordt. De hoofdinzet voor dit ontwerp was dan ook het vergroten van de tuin bij de zijde van de Nooderstraat en hiernaast een gezamenlijke afstemming maken voor beide tuinen.
In het conceptontwerp is een ruimtelijke ingreep gedaan die er voor zorgt dat er twee ruimtes ontstaan. onderling zijn beide ruimtes echter wel op elkaar afgestemd. Afstemming van de twee tuininrichtingen zal de tuin als geheel, een meerwaarde geven. De hoofdinzet van dit ontwerp bestaat uit ruimtelijk spel tussen afscheidingen en grondvlakken. De tuin als geheel heeft een duidelijke omkadering. De afscheiding tussen de beide tuinzijden wordt in het concept echter veel subtieler vormgegeven. In plaats van een letterlijke grens, is de erfafscheiding opgevat als een gemeenschappelijke zone. Door twee muren in de tuin te plaatsen, die in lijn ten opzichte van elkaar staan ontstaan private plekken maar wordt – tussen de muren door – ook zicht geboden op de naastgelegen tuin. De tussenruimte kan worden gezien als gemeenschappelijke zonen waar beide partijen gebruik van kunnen maken. De afzonderlijke tuinen lijken hierdoor groter dan ze in werkelijkheid zijn. In de zichtlijnen kunnen objecten geplaatst worden die uitdrukking kunnen geven aan de individuele interesse van beide huurders.
Binnen dit kader zijn vervolgens meerder invullingen te ontworpen In deze invulling zit tevens de flexibiliteit van het ontwerp. De compositie van de muren biedt hier een duidelijk ruimtelijk kader voor verdere ontwikkeling.